Radiaalsteen 0000.0011

 

Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a. "Radiaalsteen": blz. 370

- Scheltema, P.H., Practisch Handboek voor Bouwkundigen en Ambachtslieden, omvattende nagenoeg alle, bij de uitvoering van bouwwerken, voorkomende werkzaamheden, gereedschappen, materialen en hulpmiddelen. Alphabetisch gerangschikt, beschreven, verklaard en door talrijke afbeeldingen nader toegelicht (Naar G.A. Smit, geheel opnieuw bewerkt en belangrijk uitgebreid door P.H. Scheltema). Rotterdam (D. Bolle), z.j. [874 blz. ISBN -]. Hierin: "Schoorsteen", blz. 661-666 [hierbij wordt op blz. 364 ook de baksteen voor fabrieksschoorstenen behandeld en afgebeeld: de radiaalsteen]

- Kloes, J.A. van der, Handleiding voor den metselaar. Leiden (Brill), 1900 [59 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 22 ("Putsteen. Tot de gewone fabrikaten der Waal- en andere mopsteenfabrieken behoort nog de putsteen, die gewoonlijk in twee gedaanten, velgen en keggen (strekken en koppen) voorkomt. Hij wordt niet enkel tot putten, maar ook tot fabrieksschoorsteenen verwerkt. Naarmate het formaat kleiner genomen wordt, bestaat er echter minder behoefte aan taps toeloopende steenen." [...]
"Holle steen. Ook de fabrikatie van hollen steen is door de strengpers zeer vergemakkelijkt. [...] Meer bijval vinden in de laatste jaren de op hun plat doorboorde, groot formaat vormsteenen voor den bouw van fabrieksschoorsteenen, die daardoor veel is vereenvoudigd en gemakkelijker gemaakt." - dit is de relevante tekst volledig)